U moet contact opnemen met de studiearts, zodra de bijwerking optreedt, en de instructies volgen die u van hem of haar krijgt. De studiearts kan vaststellen dat u bijkomende procedures of geneesmiddelen nodig hebt om de bijwerkingen beter te behandelen. Aanvullende details over wat u moet doen als u een bijwerking krijgt, vindt u mogelijk in het document voor geïnformeerde toestemming voor uw studie.
Alle bijwerkingen moeten aan de studiearts worden gemeld, zelfs als u denkt dat de bijwerking mild van aard is of niet werd veroorzaakt door het onderzoeksgeneesmiddel. De contactgegevens van de studiearts, waaronder een 24-uurs noodnummer, staan in de onderzoeksmaterialen die u hebt ontvangen. Deze materialen bevatten het document voor geïnformeerde toestemming en een contactkaart voor medische noodgevallen.